Breinsoep

Je zit op een paard, maar dan verkeerdom. De mensen, hoog boven je op een tribune, schreeuwen boze leuzen. Je haar is schrikbarend lang en heeft een eigen leven, zoals het haar van medusa een eigen leven leidt wanneer het in slangen is veranderd. Je weet dat je kind ergens in moeilijkheden is, maar je kan nu niet naar haar toe, want je moet paardrijden. Dat heb je beloofd. Waarschijnlijk aan hem, de slodderige meneer met overal grijs haar die helemaal vooraan de menigte staat en je toejuicht, als enige. Hij heeft al zijn hoop op jou gevestigd. Dan realiseer je je dat je een afspraak heb om de plannen voor je nieuwe tuin te bespreken met Hugo de Jonge. Hoe kon je dat vergeten?

Ik ben dol op en hevig gefascineerd door dromen. Ze zijn vreselijk ongeloofwaardig en tegelijk lijken ze zó ontzettend waar. Tenzij je een lucide dromer bent houden dromen je ’s nachts compleet voor gek. Hoe kan het dat de vriendin met wie je praat net nog meneer Wittemeijer van Geschiedenis van 2 havo was? Waarom ben je de hele tijd onderweg naar het vliegveld maar komen er allerlei afleidingen tussendoor waardoor je vergeet waar je naartoe zou gaan en er nooit arriveert? Hoe kan het dat je al minstens dertig keer opnieuw bent begonnen met roken terwijl je al twintig jaar gestopt bent? Geen moment komt het in je op dat je wellicht aan het dromen bent. Je bent een passieve, extreem naïeve versie van jezelf die ondergaat, ervaart, angstig is, maar nooit zegt: en nu is het welletjes! Die kabouter daar, die pirouettes draait op de motorkap van mijn auto? Dat gezicht van de buurvrouw wat vermengd is met dat van Voldemort? Dat ik al de hele tijd mijn vibrator gebruik als telefoon? Het slaat helemaal nergens op! Doe eens je best, verdorie! Dit hoofd kan overdag ook logisch redeneren. Ga weg met je ondergrondse Eifeltoren en je rolschaatswedstrijd voor senioren met osteoporose.

Leve de antilogica en onbevangenheid van je dromende brein! Niets slaat ergens op en dat is nou juist het punt. In de nacht ben je je innerlijke criticus kwijt. Na een dag lang ideeën afschieten is ze bleek en chagrijnig in een – uiteraard – droomloze slaap gevallen.

Nu mag jij. Nu mag je alles.