Hoe je in de wereld van vrienden, bekenden en onbekenden te begeven nadat je boek is verschenen? – Deel 1

Een goede vraag! Om hier antwoord op te geven is het allereerst van belang een onderscheid te maken tussen verschillende situaties. Ik heb het dan niet over de gelegenheid waarbij je iemand treft, maar over de reactie die al dan niet plaatsvindt, op het verschenen zijn, gekocht hebben of gelezen hebben van het boek in kwestie.

Ik onderscheid:
• Mensen die het boek gelezen hebben en het mooi vonden
• Mensen die het boek gelezen hebben en het oninteressant of gewoon slecht vonden, maar beleefd willen blijven en denken iets goeds te zeggen maar het eigenlijk alleen maar erger maken
• Mensen die het boek hebben gekocht, maar niet gelezen en die zich daarvoor uitputten in excuses
• Mensen die het boek nog niet hebben gekocht, maar zeggen dit nog te gaan doen
• Mensen die het boek niet hebben gekocht en klaarblijkelijk niet van plan zijn dat te gaan doen
• Mensen die überhaupt niet op de hoogte zijn van het boek, en die er tijdens het gesprek op de een of andere manier mee geconfronteerd worden

 

Mensen die het boek gelezen hebben en het mooi vonden
Je zou misschien zeggen dat dit het makkelijkste type is, maar dat is ver bezijden de waarheid. Het is weliswaar goed om te horen dat iemand van je boek heeft genoten, het mooi vond en dat het gevoelens losmaakte, dit type gesprek verwordt zo snel als je ‘okselzweet’ kunt zeggen in een sociale faux pas, met zwijgende glimlachjes, langdurig hoofdknikken na het schamele dat er nog gezegd wordt, en dwalende ogen opzoek naar een excuus (een wolk in de exacte vorm van een vliegende aap, een rouwstoet begeleidt door muziek van Motörhead) om het gesprek een andere richting in te duwen. In weerwil van de meeste gesprekken over literatuur tussen lezers, zijn gesprekken tussen een auteur en haar lezer, zelden verheffend, inzichtelijk of amusant. De lezer kan de auteur niets vertellen wat zij zelf al niet wist (behalve dat deze lezer het boek dus prachtig, spannend, etc. vond) en de auteur wil en moet zich niet gaan mengen in zaken van het boek en diens lezer. Vermijd dus zowel als lezer en als schrijver situaties waarin het gesprek langer zal gaan duren dan twee, drie minuten. Samen in een lift staan is goed, naast elkaar in de trein zitten van Roosendaal naar Vlissingen niet.

 

Mensen die het boek gelezen hebben en het oninteressant of gewoon slecht vonden, maar beleefd willen blijven en denken iets goeds te zeggen maar het eigenlijk alleen maar erger maken
Dit is een vreemde categorie. Het is natuurlijk vervelend als mensen hetgeen je geschreven hebt niet net zo leuk en mooi vinden als jij, maar shit happens. Het wordt pas onaangenaam als men hier niet voor uit wil komen. Dus men zegt iets in de trant van: ‘Ja, ik heb het gelezen. Ik vond het een apart boek. Sommige stukken zijn best een beetje literair, hè? Is het literatúúr? Het wordt best spannend aan het eind, hoor. Heel anders dan in het begin.’ In deze situatie is het belangrijk om zo snel mogelijk – maar niet abrupt! – over te gaan op een ander onderwerp. Snel, omdat wat je ook zegt, het zal de mening van de lezer over het boek toch niet ten goede komen – in tegendeel, waarschijnlijk. Niet abrupt, omdat je niet de suggestie wilt wekken dat je het vervelend vindt om vermomde kritiek op je boek te krijgen.

 

Mensen die het boek hebben gekocht, maar niet gelezen en die zich daarvoor uitputten in excuses
Dit is verreweg de grootste groep. Regelmatig wordt gesproken over de ontlezing in Nederland en niet ten onrechte. Concurrentie van relatief moderne zaken als internet en televisie voegt zich bij aloude anti-leesstrategieën als het onderhouden van sociale contacten, naar het werk gaan en kinderen opvoeden. Dit heeft tot gevolg dat de stapel met nog te willen/moeten lezen boeken almaar blijft groeien. En als daar een boek bij komt van een bekende, is de kans aanwezig dat het een moetje is. Een boek aangeschaft uit loyaliteit en niet uit interesse kan erop rekenen niet bovenop, maar ergens in het midden, of misschien wel onderop geplaatst te worden. Hoewel de auteur natuurlijk dankbaar is voor de loyaliteit, is het aan te raden toch maar niet teveel te spreken over die leesstapel, aangezien het goed duidelijk maakt dat de lezer in feite meestal een tv-kijker is en de auteur als persoon, noch het onderwerp van haar boek de potentiële lezer zover kan krijgen dat hij een heel seizoen America’s Next Top Model overslaat.
Tot nu toe hebben we de lezers behandeld die de auteur toch in enige mate ter wille zijn. Volgende maand behandel ik de andere drie typen, in wiens gezelschap de auteur zich toch vooral geneert voor de keuze van haar beroep en vreest van ijdelheid en aanstellerigheid beticht te worden.

 

Deze blog schreef ik voor de boekenwebsite Hebban.